Lukraak renovatiewerken uitvoeren is geen goed idee. Sommige onderdelen moeten op elkaar afgestemd worden, zoals de isolatie en ventilatie. Daarom is het belangrijk om de juiste volgorde aan te houden.
1. Dak isoleren
Je weet ondertussen dat de meeste warmte ontsnapt via het dak. Daarom starten we ons renovatieproject met het aanbrengen van dakisolatie. Die houdt de warmte binnen. Bovendien zorgt deze isolatielaag ervoor dat het koeler blijft in de zomer.
Natuurlijk verkiezen we ecologische isolatiematerialen zoals houtswol of cellulose. Daarnaast spenderen we veel aandacht aan een luchtdichte afwerking.
2. Gevels isoleren
Na het dak zijn de gevels aan de beurt. Muren na-isoleren kan op twee manieren: via de spouw of met buitenisolatie.
Bij spouwmuurisolatie wordt een isolatiemateriaal tussen de snelbouwmuur en gevelstenen gespoten. Zo is er geen plaatsverlies aan de binnen- of buitenzijde.
Let wel op: sommige woningen hebben geen spouw. In dat geval bekleden we de buitenmuren met isolatieplaten. Een afwerking met crepi, spuitkurk, steenstrips, bakstenen of hout geeft je woning een nieuwe uitstraling.
3. Buitenschrijnwerk vernieuwen
Een renovatie is het perfecte moment om je ramen te vernieuwen. In oude woningen zien we vaak enkele beglazing. Hierdoor gaat enorm veel warmte verloren. Voor de best isolerende ramen kies je voor profielen met de laagste Uf-waarde in combinatie met hoogrendementsglas of driedubbele beglazing. Pvc, hout of aluminium: dat kies je zelf.
4. Vloer isoleren
Onze isolatieschil is bijna compleet. In de volgende stap van het renovatietraject pakken we de vloeren aan.
De volledige vloeropbouw uitbreken en isoleren is perfect mogelijk bij grondige energetische renovaties. Helaas vraagt dit veel tijd. En de overlast is ook navenant.
De oplossing? Geïsoleerde systeemplaten voor vloerverwarming. Zo combineer je vloerisolatie en leidingen voor lagetemperatuurverwarming in één systeem.
5. Ventilatiesysteem installeren
Isoleren en ventileren gaan hand in hand. Elk goed geïsoleerd huis heeft een mechanisch ventilatiesysteem nodig om de luchtkwaliteit op peil te houden.
Voor een maximale energiebesparing is een ventilatiesysteem type D de beste keuze. Dit systeem heeft een mechanische aan- en afvoer met daartussen een warmtewisselaar. Je verliest dus minder energie dan bij een ventilatiesysteem type C.
6. Zonnepanelen en verwarmingsinstallatie plaatsen
Zoals je in stap vier al las, verkiezen we een lagetemperatuurverwarming (LTV), bijvoorbeeld vloerverwarming. Door de lage aanvoertemperatuur zullen je stookkosten flink dalen. Bovendien is zo’n LTV-systeem goed te combineren met een warmtepomp. Een warmtepomp is veel efficiënter dan een gasketel en verbruikt geen fossiele brandstoffen.
Zonnepanelen voorzien je warmtepomp en andere elektrische toestellen van groene stroom. Dat is duurzaam en goedkoop, omdat je minder grijze stroom moet aankopen van je energieleverancier.
7. Watervoorziening integreren
Tenslotte is er nog het sanitair warm water. De warmtepomp kan dit voorzien, maar je kan ook voor een zonneboiler opteren. Beide opties helpen om energiekosten te besparen, verlagen je ecologische voetafdruk en verbeteren het E-peil van je woning.
Wil je enkel warm water voor sanitair gebruik? Dan kan je een warmtepompboiler plaatsen. Dit toestel onttrekt de warmte uit de omgeving waar hij staat, denk aan de berging, kelder of technische ruimte, en brengt zo het water op temperatuur.
Geldt deze volgorde ook voor mij?
De volgorde is afhankelijk van de huidige staat van de woning, je wensen en de kostprijs. Het is bijvoorbeeld niet altijd nodig om het buitenschrijnwerk te vernieuwen. En als je recent investeerde in een hr-condensatieketel is de terugverdientijd van een warmtepomp te lang.
Bij Plan E maken we steeds een plan op maat. We selecteren renovatiewerken die de grootste impact hebben én binnen je budget passen.
